Wet op de jeugdzorg
Artikel 104
1
Onze Ministers kunnen tot een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip, in de uitkering, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, de kosten verwerken van de door de provincie te verstrekken subsidie aan het bureau jeugdzorg ten behoeve van de uitoefening van de voogdij, de ondertoezichtstelling of de taken bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder c en d waarbij de taak wordt uitgevoerd door een persoon in dienst van een door Onze Ministers aan te wijzen instelling, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder k, van de Wet op de jeugdhulpverlening met een landelijk bereik die in het jaar voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de wet als instelling met een landelijk bereik subsidie ontving, voor zover dit nodig is om de continuïteit van de werkzaamheden van die instelling voor hun doelgroep te garanderen.
2
Onze Ministers kunnen tot een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip, in de uitkering, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder b, de kosten verwerken van de door de provincie te verstrekken subsidie aan een door Onze Ministers aan te wijzen uitvoerder van een landelijke voorziening als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening die in het jaar voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de wet als landelijke voorziening subsidie ontving, voor zover dit nodig is om de continuïteit van hun zorgaanbod te garanderen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.